KLEURINDEX
De pigmenten van tegenwoordig zijn verdeeld in twee hoofdgroepen: anorganische en organische pigmenten. De anorganische pigmenten kunnen op natuurlijke en op synthetische wijze gewonnen worden. Voor onze verf gebruiken we de hoogste klasse pigmenten. We vervangen lood- en chromaathoudende en andere schadelijke pigmenten door moderne alternatieven, bijvoorbeeld vanadium, azo-pigmenten en dergelijke die de schadelijke pigmenten zelfs overtreffen in kleurechtheid, intensiteit en kleurhelderheid. Bij karmijn en rood violet wordt in plaats van niet-duurzame alizarin gebruik gemaakt van chinacridon en pyrroolpigmenten. Paint Company Maestro Pan, de klasse van ultrafijne esthetische verven, is gemalen tot colloïdale toestand. De grootte van het pigment is minder dan twee micron.
Het is algemeen aanvaard om pigmenten in te delen volgens een index. Bijvoorbeeld: PY = Pigment Yellow; PY35 (pigmentnaam) = Cadmiumgeel 77205
Voorbeelden
PW - White pigments
PY - Yellow pigments
PO - Orange pigments
PR - Red pigments
PV - Violet pigments
PB - Blue pigments
PG - Green pigments
PBr - Brown pigments
PBk - Black pigments
PW6 - Titaanwit
PY35 - Cadmiumgeel
PO34 - Azo-oranje
PR112 - Naphtholrood
PV19 - Quinacridonerose
PB29 - Ultramarijn
PG7 - Phtalogroen
PBr7 - Natuurlijke omber
PBk11 - Oxydzwart
DEKKRACHT
De dekkracht is de mate waarin een verf de ondergrond afdekt, onzichtbaar maakt. Op tubes, etiketten en kleurkaarten wordt de dekkracht aangegeven door middel van de volgende symbolen:
transparant
halftransparant
halfdekkend
dekkend
LICHTECHTHEID
De lichtechtheid van pigmenten is afhankelijk van de kwaliteit en varieert van pigment tot pigment. Lichtechtheid heeft betrekking op de mate waarin het pigment bestand is tegen de invloed van licht, waarbij andere omstandigheden (regen, wind etc.) buiten beschouwing worden gelaten. Op tubes, etiketten en kleurkaarten wordt de lichtechtheidsgraad aangegeven door middel van de volgende symbolen:
uitstekend lichtecht
zeer goed lichtecht
goed lichtecht
gering lichtecht
PRIMER
Primer (in het Duits ‘Grund’ – grond, basis, bodem) is een essentieel onderdeel bij het schilderen. Primer zorgt voor een goede hechting van alle veelgebruikte kunstenaarsverven, zoals olie-, acryl-, plakkaatverf etc. Primer is echter niet geschikt voor verven die oplosmiddelen als alcohol of aceton bevatten. Wel geschikt voor absorberende, vetvrije en alkali-houdende ondergronden (schilderdoek, katoen en linnen, hout, multiplex, hardboard, karton, muren, beton). Bij sterk absorberende ondergronden deze eerst bewerken met een voorstrijkmiddel. Kan aangebracht worden met kwast en roller. Kan met acrylverf gekleurd worden. Verdunbaar met water, maar droogt watervast op; direct na droging overschilderbaar. Droogt in enkele uren, vergeelt niet en blijft elastisch.
De te kiezen samenstelling van de primer is afhankelijk van het aan te brengen verfmateriaal en van de omstandigheden bij het creëren van het kunstwerk. Zo wordt traditioneel olieverf in de primer aangebracht als kleefstof of bindmiddel, lijnzaadolie en tempera worden meestal gemengd met lijmgips of kalkpoeder.
De meest toegepaste materialen voor het vullen van primer (in verschillende combinaties) zijn:
1) mineralen: gips of krijt, in meer recente tijden – vinervays, zinkwit etc;
2) lijmen: lijm, gelatine, lijnolie, papaverolie, ei, Arabische gom en dergelijke;
3) weekmaker: bijvoorbeeld honing, verschillende natuurlijke en kunstmatige gommen, zeep.
Vooral in de westerse schilderkunst (zeventiende en achttiende eeuw) is primer speciaal gekleurd door toevoeging van pigmenten (rode, grijze en andere primers). Historische recepten en tips voor verschillende soorten kit zijn te vinden in ‘Zografski Emin’ en westerse verhandelingen over schilderkunst.